Warmtestuwing
Warmtestuwing bij de standby-duiker tijdens warme dagen
1. Voorwoord
Voor de cursus “specialisatie brandweerduiker” is de volgende geschreven, die gerelateerd is aan het brandweerduiken. In de zomer van 2005 werd een van onze collega’s bevangen door een overdaad aan warmte, ook wel warmtestress genaamd.
De aanleiding voor de scriptie was als volgt:
Op 28 juli 2005 werden de duikers van brandweer Oss voor duikersbijstand opgeroepen. Op deze dag was het zéér warm en benauwd geweest. De duikers waren gekleed in een droogpak, maar de duikuitrusting was nog niet omgehangen, omdat wij het derde team waren. Toen de eerste duiker van ons korps het water in ging, ± 45 minuten na het uitrukken, kwam hij na 10 meter aan de oppervlakte gezwommen te hebben in problemen. Aan de kant vertoonde hij een rood en warm gezicht en transpireerde behoorlijk. De duiker heeft deze avond niet meer kunnen duiken. De duiker was door warmtestuwing geveld.
Drie van de collega’s, Hans Rigter en Albert en Mike de Graauw, waren bereid om mee te werken aan het nabootsen van de omschreven situatie, zodat wij in de toekomst deze warmtestress kunnen voorkomen. De firma CTA Safety and Rescue Products heeft geheel vrijblijvend een koelvest ter beschikking gesteld voor mijn test. Mijn hartelijke dank hiervoor.
2. Inleiding
Warmtestuwing is onder vele namen bekend. Zo wordt er in diverse literatuur gesproken over warmtestress, oververhitting en hyperthermie. We kennen de symptomen van warmtestuwing, maar we weten weinig over de eventuele mogelijkheden om warmtestuwing te voorkomen.
Op de site van http://library.thinkquest.org/28170/42.html werd aanbevolen dat een duiker in neopreenpak maximaal 1 uur in de schaduw mag verblijven, bij een temperatuur tussen 25°C en 30°C. Hieronder een tabel die de verblijfstijd in een neopreenpak aangeeft bij een bepaalde buitenluchttemperatuur aangeeft als de standbyduiker in de schaduw staat.
Een persoon produceert in een zittende houding normaal gesproken 120 watt warmte.
De standby-duiker die in spanning is zal meer warmte produceren als een normaal zittend persoon. Deze warmte wordt normaal gesproken afgevoerd door verdampend zweet, straling, convectie en geleiding. De standby-duiker is in zijn duikpak geheel afgesloten van de omgeving. Er zal geen warmteoverdracht meer zijn door straling. De warmteoverdracht door zweten is beperkt, doordat de lucht in het pak snel verzadigd zal zijn van vocht dat ontstaat door het zweten. De geleiding en convectie in een pak zijn dan ruim onvoldoende om de geproduceerde energie af te voeren.
De gevaarsgrafiek geeft aan wanneer de combinatie van relatieve luchtvochtigheid en temperatuur een gevaar gaat geven voor onze warmteoverdracht. In het groene vak is de warmteoverdracht nog geen probleem. In het oranje vak komt de warmteoverdracht in gevaar. In het rode vak is de combinatie temperatuur en relatieve luchtvochtigheid een gevaar voor de gezondheid.
Zoals we ook een tabel kennen van de gevoelstemperatuur bij een temperatuur en een bepaalde luchtwindsnelheid, genaamd “windchill”, zo kennen we dit fenomeen van een gevoels-temperatuur ook bij een bepaalde temperatuur en luchtvochtigheid. De onderstaande tabel geeft een gevoelstemperatuur bij een bepaalde luchtvochtigheid.
Omgevingstemperatuur °C | |||||||||||||||||||
21° | 22° | 23° | 24° | 25° | 26° | 27° | 28° | 29° | 30° | 31° | 32° | 33° | 34° | 35° | 36° | 37° | 38° | ||
Relatieve luchtvochtig-heid % | Gevoelstemperatuur °C | ||||||||||||||||||
65% | 24° | 26° | 27° | 29° | 31° | 32° | 34° | 36° | 38° | 40° | 41° | 43° | 46° | 48° | 49° | 51° | 53° | 56° | |
70% | 26° | 26° | 28° | 30° | 32° | 33° | 35° | 37° | 39° | 41° | 43° | 45° | 47° | 49° | 51° | 53° | 55° | 57° | |
75% | 26° | 27° | 29° | 31° | 33° | 34° | 36° | 38° | 41° | 42° | 44° | 46° | 48° | 51° | 52° | 54° | 57° | ||
80% | 27° | 28° | 30° | 32° | 33° | 35° | 37° | 39° | 42° | 43° | 45° | 47° | 50° | 52° | 54° | 56° | 58° | ||
85% | 27° | 28° | 31° | 33° | 34° | 36° | 38° | 41° | 43° | 44° | 46° | 49° | 51° | 53° | 56° | 57° | 66° | ||
90% | 28° | 29° | 32° | 33° | 35° | 37° | 39° | 41° | 44° | 46° | 48° | 50° | 52° | 55° | 57° | 58° | |||
95% | 29° | 29° | 32° | 34° | 36° | 38° | 40° | 42° | 45° | 47° | 49° | 51° | 54° | 57° | 58° | ||||
100% | 29° | 31° | 33° | 35° | 37° | 39° | 41° | 43° | 46° | 48° | 50° | 52° | 55° | 58° | |||||
Bron : Meteorological Service of Canada
Een brandweerduikploeg heeft een reële kans om in de zomermaanden naar verdrinkings-slachtoffers te moeten zoeken. Volgens de leidraad “bestrijding waterongevallen door de brandweer” moet de standby-duiker volledig gekleed aan de waterkant staan, om in geval van nood direct in actie te kunnen komen. De standby-duiker zal ongeveer 1 uur met droogpak aan de oppervlakte staan. De standby-duiker moet de gehele tijd in staat zijn om binnen 30 seconden bij de duiker te kunnen komen. Bij warm weer kan dit een probleem worden. Het is dus belangrijk om te weten, welke middelen effectief de warmtestuwing bij de standby-duiker kunnen verminderen.
3. Doelgroep
De leden van de duikgroep weten welke symptomen bij warmtestuwing horen. Zij weten niet hoe zij warmtestuwing kunnen voorkomen. In de instructie’s van de duikgroep dient aangegeven te worden hoe de duikgroep warmtestuwing kan bestrijden, om er zo voor te zorgen dat zij in de meest optimale conditie hun werk kunnen uitvoeren.
4. Probleemstelling
De warmtestuwing die ontstaat bij warm weer, kenmerkt zich in het begin door verminderde concentratie en denkvermogen. Als de tijd verstrijkt zal de standby-duiker tijdens warme dagen steeds minder inzetbaar zijn. Als de standby-duiker bij een noodsituatie het water in moet om een in nood geraakte duiker te assisteren of te redden, moet hij volledig geconcentreerd zijn op zijn taak. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de warmte die ontstaat bij de standby-duiker te verminderen. De literatuur geeft enkele oplossingen voor het verminderen van de warmtestuwing die onderzocht kunnen worden op toepasbaarheid en effect.
5. Onderzoek
Voor het onderzoek worden er 5 testen uitgevoerd met standby-duikers die zich gedragen zoals zij tijdens een inzet ook zouden doen (zie bijlage 1). Het was toen 27°C. Zij zijn hiervoor geheel gekleed volgens de richtlijnen die de leidraad stelt aan de standby-duiker. In het pak wordt een sensor geplaatst die temperatuur en relatieve vochtigheid registreert. Elke 20 minuten wordt er een foto met een warmtebeeldcamera gemaakt van de romp van de testpersoon om de verandering in ‘schil’-temperatuur vast te leggen. Met de ‘schil’-temperatuur wordt de buitenkant van het lichaam bedoeld. Deze temperatuur is belangrijk om ervoor te zorgen dat er energie van de kern naar de buitenzijde blijft stromen, om zodoende de geproduceerde warmte in het lichaam af te voeren. De test duurt steeds 1 uur. Dit komt overeen met een maximale inzetbaarheid van de standby-duiker.
Gedurende de test wordt ook vastgelegd (zie bijlage 2):
- de gewichtverandering van de testpersoon
- de gewichtverandering van de uitrusting
- de lichaamstemperatuur (gemeten via het oor)
5.1 Test bij 27°C en geen koeling
Bij de 1ste test wordt de standby-duiker in een ruimte geplaatst die 27°C is. De 1ste standby-duiker ondergaat de test zonder aanvullende maatregelen.
5.1.1 Thermografische weergave
Foto 1 Foto 2 Foto 3 Foto 4
De testpersonen zijn 20 minuten voor aanvang al in hun zwembroek in de ruimte aanwezig om te acclimatiseren in de ruimte van 27°C. Foto 1 geeft het beeld aan van de testpersoon voor aanvang van de test om 15:49. Om 15:55 wordt het pak aangetrokken en start de test. Om 16:13 wordt foto 2 gemaakt. Het lichaam is op dat moment gaan opwarmen doordat het lichaam zijn warmte niet meer aan de omgeving kan afstoten. Foto 3 is genomen om 16:41. Het lichaam is zodanig gaan transpireren dat er een flinke afkoeling van het lichaam plaats vindt. Bij foto 4, welke genomen is om 16:54, is te zien dat het zweet niet meer in staat is om het lichaam af te koelen.
5.1.2 Temperatuur en vochtigheid in het pak
De temperatuur in het pak is sterk wisselend door het transpireren in het pak. Op de thermografische beelden is hetzelfde patroon waarneembaar. Op een gegeven moment wordt er zeer veel vocht geproduceerd die de temperatuur in het pak laat dalen, totdat het lichaam ook dit zweet gaat opwarmen. De vochtigheid in het pak loopt al heel snel sterk op. De atmosfeer in het pak heeft na 20 minuten al een relatieve vochtigheid van 100 %. Bij een vochtigheid van 100% zal er geen vocht (zweet) meer kunnen verdampen.
5.1.3 Lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur is gedurende de test 2,5°C opgelopen. Omdat de lichaamstemperatuur via het oor is gemeten moet rekening gehouden worden met een waarde die lager ligt dan de werkelijke temperatuur. Het is alleen bedoeld om de verhoging aan te geven.
5.1.4 Het gewichtsverlies
Tijdens deze test is het gewicht van de uitrusting met 0,3 kg toegenomen en het gewicht van de testpersoon is met 0,4 kg afgenomen. Het lichaam heeft dus 400 gram vocht gebruikt in dit uur om het lichaam te koelen.
5.1.5 Evaluatie test 1
Gedurende het verblijf in een ruimte van 27°C heeft de testpersoon beperkt transpiratievocht kunnen gebruiken voor het afkoelen van het lichaam. De testpersoon heeft de test als zeer warm ervaren en moest ook water drinken om zich enigszins prettig te blijven voelen.
5.2 Test bij 19°C en geen koeling
De 2de test wordt uitgevoerd met een standby-duiker die in een ruimte van 19°C verblijft. Dit is de temperatuur van de duikersruimte in een waterongevallenvoertuig met airco. Bij deze test wordt geen andere koeling van de standby-duiker toegepast.
5.2.1 Thermografische weergave
Tijdens deze test zijn de thermografische beelden van het hoofd en de romp gemaakt, om het effect van temperatuurverandering op de romp en het hoofd zichtbaar te maken. Door een verkeerde instelling van de camera zijn enkele beelden onbruikbaar geworden.
Foto 5 Foto 6 Foto 7 Foto 8
Foto 5 is bij aanvang van de test gemaakt om 14:02. Foto 6 geeft het beeld aan om 14:36. Het duikpak is om 14:20 aangetrokken. De donkere plekken geven aan waar het lichaam gaat zweten en waarbij transpiratievocht warmte onttrekt aan het lichaam. Foto 7 geeft een beeld van het hoofd na afloop van de test om 15:18. Foto 8 geeft het beeld aan om 15:20. Het duikpak is dan 2 minuten uit. Het zweet op het hoofd heeft op dat moment weer vrije ruimte om verdampingenergie af te staan, omdat de hoofdkap af is. Het lichaam is redelijk koel na de test van 1 uur in een ruimte van 19°C.
5.2.2 Temperatuur en vochtigheid in het pak
De temperatuur in het pak blijft redelijk stabiel en is op het einde door de vochtigheid in het pak en de verdamping lager dan bij aanvang van de test. De vochtigheid in het pak loopt op naarmate de test vordert. De atmosfeer in het pak heeft na 1 uur test nog geen relatieve vochtigheid bereikt van 100%. Er vindt op het einde van de test nog steeds verdamping plaats.
5.2.3 Lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur is gedurende de test 1,7°C opgelopen.
5.2.4 Het gewichtsverlies
Tijdens deze test is het gewicht van de uitrusting met 0,2 kg toegenomen en het gewicht van de testpersoon is met 0,2 kg afgenomen. Het lichaam heeft dus 200 gram vocht gebruikt in dit uur om het lichaam te koelen.
5.2.5 Evaluatie test 2
Gedurende het verblijf in een ruimte van 19°C heeft de testpersoon transpiratievocht kunnen gebruiken voor het afkoelen van het lichaam. De testpersoon heeft de test ervaren als warm, maar het was acceptabel.
5.3 Test bij 27°C en waterkoeling
Bij de 3de test wordt de standby-duiker in een ruimte geplaatst die 27°C is. De 3de standby-duiker wordt gedurende test iedere 3 á 4 minuten gekoeld door water over hem heen te gooien.
5.3.1 Thermografische weergave
Foto 9 Foto 10 Foto 11 Foto 12
Foto 9 geeft het beeld aan van de testpersoon voor aanvang van de test om 15:48. Om 15:55 wordt het pak aangetrokken en start de test. Om 16:16 wordt foto 10 gemaakt. Het lichaam is op dat moment gaan opwarmen doordat het lichaam zijn warmte beperkt kwijt kan aan zijn omgeving. Foto 11, gemaakt om 16:44, en foto 12 laten weinig verschil zien met foto 9. De warmte afvoer is redelijk in balans. De temperatuur neemt iets af door het zweten van de testpersoon.
5.3.2 Temperatuur en vochtigheid in het pak
De temperatuur in het pak is tijdens de gehele test redelijk stabiel. De vochtigheid in het pak loopt op naarmate de test vordert. De atmosfeer in het pak heeft na 1 uur test nog geen relatieve vochtigheid bereikt van 100%. Er vindt op het einde van de test nog steeds verdamping plaats.
5.3.3 Lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur is gedurende de test 0,6°C opgelopen.
5.3.4 Het gewichtsverlies
Tijdens deze test is het gewicht van de uitrusting met 0,1 kg toegenomen en het gewicht van de testpersoon is met 0,1 kg afgenomen. Het lichaam heeft dus 100 gram vocht gebruikt in dit uur om het lichaam te koelen.
5.3.5 Evaluatie test 3
Gedurende het verblijf in een ruimte van 27°C heeft de testpersoon maar weinig transpiratievocht hoeven te gebruiken voor het afkoelen van het lichaam. De testpersoon heeft de test ervaren als comfortabel en aangenaam en had nergens last van. De geringe opwarming van het lichaam geeft aan dat er een goede overdacht van energie was. Het water was toereikend om de energie van het pak over te nemen, zodat er geen opwarming in deze periode in het pak plaatsvond.
5.4 Test bij 27°C en koeling door een koelvest
Bij de 4de test wordt de standby-duiker in een ruimte geplaatst die 27°C is. De 4de standby-duiker ondergaat de test met een koelvest van het merk TST.
5.4.1 Thermografische weergave
Foto 13 Foto 14 Foto 15 Foto 16
Foto 13 geeft het beeld aan van de testpersoon voor aanvang van de test om 17:12. Om 17:15 wordt het pak aangetrokken en start de test. Om 17:35 wordt foto 14 gemaakt. Het lichaam is op dat moment gaan opwarmen doordat het lichaam zijn warmte beperkt kwijt kan aan zijn omgeving, maar op de plaats waar de patronen in het vest zitten, blijft het lichaam goed gekoeld. Foto 15, gemaakt om 17:55, en foto 16 laten weinig verschil zien met foto 13.
5.4.2 Temperatuur en vochtigheid in het pak
De temperatuur is tijdens de gehele test redelijk stabiel. De vochtigheid bereikt niet een vochtigheid van 100%.
5.4.3 Lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur is gedurende de test 0,9°C opgelopen.
5.4.4 Het gewichtsverlies
Tijdens deze test is het gewicht van de uitrusting met 0,3 kg toegenomen en het gewicht van de testpersoon is met 0,35 kg afgenomen. Het lichaam heeft dus 350 gram vocht gebruikt in dit uur om het lichaam te koelen.
5.4.5 Evaluatie test 4
Gedurende het verblijf in een ruimte van 27°C heeft de testpersoon transpiratievocht kunnen gebruiken voor het afkoelen van het lichaam en het koelvest was nog lang niet uitgewerkt. De testpersoon heeft de test ervaren als ontspannen en goed vol te houden. Het vest gaf een aangenaam koel gevoel aan het lichaam.
5.5 Test bij 27°C en luchtkoeling
Bij de 5de test wordt de standby-duiker in een ruimte geplaatst die 27°C is. De 5de standby-duiker ondergaat de test met een luchtslang die via een mouw lucht in het pak blaast. Via de andere mouw kan de lucht weer door een stukje pijp uit het pak ontsnappen.
5.5.1 Thermografische weergave
Foto 17 Foto 18 Foto 19 Foto 20
Foto 17 geeft het beeld aan van de testpersoon voor aanvang van de test om 17:12. Om 17:15 wordt het pak aangetrokken en start de test. Om 17:34 wordt foto 18 gemaakt. Het lichaam is op dat moment gaan opwarmen. Op foto 19, gemaakt om 17:53, warmt het lichaam nog steeds op. Op foto 20 koelt het lichaam af door het zweten van de testpersoon.
5.5.2 Temperatuur en vochtigheid in het pak
De temperatuur in het pak loopt tijdens de test redelijk op. De vochtigheid is op het einde van de test nog geen 100%.
5.5.3 Lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur is gedurende de test 1,0°C opgelopen.
5.5.4 Het gewichtsverlies
Tijdens deze test is het gewicht van de uitrusting met 0,05 kg toegenomen en het gewicht van de testpersoon is met 0,2 kg afgenomen. Het lichaam heeft dus 200 gram vocht gebruikt in dit uur om het lichaam te koelen.
5.5.5 Evaluatie test 5
Gedurende het verblijf in een ruimte van 27°C heeft de testpersoon transpiratievocht kunnen gebruiken voor het afkoelen van het lichaam. De testpersoon heeft de test ervaren als warm, maar het was acceptabel. Het transpiratievocht is door de doorstromende lucht uit het pak geventileerd, zodat er in het pak toch een aangenaam klimaat heerste.
6. Conclusies
Bij de test in een omgeving van 27°C en geen koeling van de standby-duiker, is een duidelijke opwarming van het lichaam te zien. De oplossingen die gekozen zijn om te onderzoeken hadden allen een positief effect op de opwarming van het lichaam. De gekozen koelingmethoden zijn in de praktijk niet altijd realiseerbaar, maar duidelijk is wel dat zij voldoen aan de wens om verkoeling te brengen aan de standby-duiker tijdens warme dagen.
-
De standby-duiker in het voertuig plaatsen heeft wel effect, maar het waterongevallen-voertuig kan niet altijd in de nabijheid van de duikwerkzaamheden geplaatst worden.
-
Het overgieten met water van de standby-duiker had een heel positief resultaat. Het plaatsen van de standby-duiker in het water is niet meegenomen in de testen, omdat in veel gevallen de veiligheid van de standby-duiker niet te garanderen is als hij zich in het water bevindt.
-
Het koelvest heeft een goed koelend effect. Het koelvest is natuurlijk ook onderwater uitgetest op een diepte van 7 meter, waarbij de duiker geen enkele hinder had van dit vest.
-
Het doorblazen met lucht heeft een praktisch probleem (het meenemen van extra apparatuur) en ook een minder gunstig effect. Voor deze toepassing moet men lucht gebruiken die nodig is als ademluchtvoorziening voor de duikers.
In deze testen is geen rekening gehouden met het feit dat de standby-duiker in de volle zon zou staan, want dan wordt de opwarming van de standby-duiker nog hoger.
Hieronder is de tabel voor de gevoelstemperatuur weergegeven met daarin de eindtemperaturen en luchtvochtigheid in het duikpak weergegeven.
7. Aanbevelingen
De testen wijzen uit dat alle gekozen methoden van koeling van de standby-duiker een gunstig effect hebben op de lichaamstemperatuur van de standby-duiker. De koeling van de standby-duiker zou opgenomen moeten worden in de werkinstructie, om ervoor te zorgen dat tijdens warme dagen de standby-duiker geconcentreerd bezig blijft met zijn taak.
De koeling van de standby-duiker is op de volgende wijzen te realiseren:
a. De aanschaf van het koelvest heeft een gunstig effect voor de standby-duiker en is gemakkelijk in het gebruik. De (standby-)duiker moet er wel aan denken dat hij het vest aantrekt voordat hij zijn onderkleding aan trekt. Ook onderwater is het vest geen probleem. Het vest zou ook bij de uitoefening van de andere taken bij de brandweer moeten worden gebruikt. De investering en het effect staan niet in relatie met het de hoeveelheid dagen dat het vest inzetbaar zou zijn voor de taak die een standby-duiker in warme dagen moet uitvoeren.
Het gebruikte koelvest van CTA Safety and Rescue Products.
b. De meest praktische methode is om de assistent duikploeg m.b.v. een emmer, een hoeveelheid (6 á 7 liter) water over de standby-duiker heen te laten gooien. Dit zou iedere 5 minuten moeten gebeuren. Hierbij is een goed resultaat waargenomen en het is goed uitvoerbaar langs de waterkant, maar mag niet vergeten worden.
c. Het plaatsen in de waterongevallenwagen heeft niet de voorkeur i.v.m. de afstand en het gewenste effect door de lagere temperatuur is te gering.
De auteur van dit stuk geeft de voorkeur aan de volgorde van de hierboven beschreven methoden.
8. Samenvatting
Naar aanleiding van de problemen die ontstonden na een uitruk op 28 juli 2005, waarbij een duiker bevangen werd door warmtestuwing door de hoge buitenluchttemperatuur van 27°C, is er onderzoek gedaan naar methoden om deze warmtestuwing te minimaliseren. Uit het onderzoek kwam naar voren, dat een standby-duiker tijdens warme dagen (boven 20°C) het beste gekoeld kan worden door de duikers te voorzien van een koelvest. Hierdoor vindt er voldoende afkoeling plaats om de concentratie van de standby-duiker niet te laten verslappen.
9. Literatuurlijst
- Brand & Brandweer nummer 5, Mei 2005
- Thermal stress and the diver door Lee H.Somers
- Internet: http://hyperphysics.phy-astr.gsu.edu/hbase/thermo/coobod.html de koeling van het menselijk lichaam.
- Internet: http://library.thinkquest.org/28170/42.html (sinds okt 2005 niet meer beschikbaar) over hypothermia en hyperthermia by diving.
- Aanvullende module brandweerduiker
10. Bijlagen
- Testplan warmtebelasting droogpak
- Meetstaat testpersoon
1. | Inleiding |
Om de test ordelijk te laten verlopen is een goed testplan noodzakelijk. | |
2. | Plan |
Voor de test moet de belasting op diverse wijzen worden onderzocht. Normaal gesproken is een standby-duiker geheel gekleed aan de waterkant met volledige duikuitrusting om en hij hoeft alleen het masker op te zetten om inzetgezet te kunnen worden. Hiervoor moet een ruimte op 27°C gebracht zijn om een hoge buitenluchttemperatuur na te bootsen. De luchtvochtigheid zal voor de standby-duiker niet relevant zijn, omdat hij in zijn duikpak is opgesloten. De zon speelt een belangrijke factor bij de opwarming van de standby-duiker, maar in de praktijk zal er rekening gehouden moeten zijn dat de standby-duiker in de natuurlijke of gecreëerde schaduw zal staan. Praktisch en theoretisch is de invloed van de zon niet na te bootsen. In deze omgeving zullen drie gelijkwaardige testpersonen gedurende 1 uur een aantal testen ondergaan, waaruit moet blijken dat er verschil is tussen de drie standby-duikers die alle drie verschillend uitgerust zullen zijn. |
|
3. | Uitrusting testpersonen |
De testpersonen zijn gekleed in een zwembroek, onderkleding, neopreen droogpak en hebben een complete duikuitrusting om. Het pak zal geheel gesloten zijn. De cap zit over het hoofd heen en het volgelaatsmasker zal niet worden aangesloten. | |
4. | Koeling methoden |
Eén testpersoon wordt tijdens de test vanuit de nek overgoten met koud water (±20°C) wat via de armen en het lijf naar beneden loopt. Bij één testpersoon wordt er lucht d.m.v. een slang via een manchet van een arm in het pak geblazen. Bij de andere arm zal een ontluchtingspijp via de manchet de lucht weer afgelaten worden. De lucht wordt zo ingesteld dat er een aangename stroming zal zijn. Eén testpersoon heeft een koelvest aan. Eén test wordt bij 19°C uitgevoerd. | |
6. | De voorbereiding |
De testpersonen dienen vooraf aan de test minimaal 1,5 liter water gedronken te hebben. Het water mag niet bestaan uit koffie of koolzuurhoudende frisdranken. De testpersonen moeten ook goed uitgerust zijn. | |
7. | De testuitvoering |
Voor aanvang van de test zal er van ieder testpersoon een thermische foto gemaakt worden van het lichaam om de beginsituatie vast te leggen. Ook wordt er via het oor de lichaamstemperatuur gemeten. Daarna wordt de kleding aangetrokken en zullen de 3 testpersonen ieder voorzien worden van een datalogger die de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid in het pak zullen meten. Tijdens de test zal er om de 10 minuten een thermische foto gemaakt worden om de lichaamstemperatuur vast te leggen en via het oor wordt de lichaamstemperatuur gemeten. Tussen het maken van de foto en het uit- en aankleden moet een minimale tijd zitten. Na 1 uur wordt de test beëindigd. | |
8. | Vastlegging |
Voor de test wordt er een lijst gemaakt waarop alle meetgegevens worden ingevuld per testpersoon. Bij aanvang moeten de naam van de testpersoon en zijn gewicht worden vastgelegd. Ook wordt het gewicht van het droogpak + onderkleding opgenomen. | |
9. | Beëindiging test |
De test duurt 1 uur. Als tijdens de test één van de testpersonen duizelig, gedesoriënteerd, misselijkheid, problemen bij het zien, gaat braken, krampen, rood en warm gezicht, heftig transpireren of een lichaamstemperatuur boven 40°C heeft, moet de test onmiddellijk gestopt worden . |
1. | Algemeen | ||||
Naam :...................................................................................... Leeftijd :...................................................................................... Lengte :...................................................................................... |
|||||
2. | Beginsituatie | ||||
Gewicht persoon :.............. kg Gewicht droogpak + onderkleding :.............. kg |
|||||
3. | Tussentijdse metingen | ||||
Tijd | Nummer foto | Lichaamstemperatuur | Temperatuur inpak | Vochtigheid in pak | |
Aanvang | |||||
: | |||||
Tussentijds | |||||
: | |||||
: | |||||
Einde | |||||
: | |||||
4. | Eindsituatie | ||||
Gewicht persoon :.............. kg Gewicht droogpak + kleding :.............. kg |
|||||
5. | Evaluatie | ||||
Begin Eind verschil Gewichtsverlies persoon :........ kg - ......... kg = ....... kg Gewichtsverlies droogpak + kleding :........ kg - ......... kg = ....... kg Toename lichaamstemperatuur :........ °C - ......... °C = ....... K |
|||||
Testtemperatuur :....................................................... Wijze van koeling :....................................................... |
|||||